mijn vermoeden is waarheid begleken.
ik heb geen lezers van mijn blogje. Waarom niet? Omdat ik niet interessant ben? Zou best kunnen. Of omdat mijn leven saai is? Nee dat vind ik niet.
Maar toch blijf ik schrijven. Waarom? gewoon voor mezelf. Of beter nog, voor Tiebe later. Wie weet vindt hij het leuk.
geen fans
19 decsamenvatting
16 decIk kom echt te weinig schrijven op mijn blogje. Waarom? de moed ontbreekt me.
Waarom? Beetje vanalles. Moeilijke tijden zeg maar. De ene ziekte volgt dan ook de andere op. De hyperventilatie is nog niet voorbij of ik zit al met de buikgriep.
Maar goed. Wat heb ik zoal gedaan? Dé schaatsbaan met standjes staat weer in Aarschot en ook
Waar is die schouder,
die zal troosten
en veiligheid biedt.
In donkere nacht.
Spook
10 decHet speelt in mijn hoofd
door en door en door
een film die niet stopt.
Het knaagt, het roept, het schreeuwt.
Binnenin mijn hoofd.
Vanbuiten een glimlach.
ja, het leven gaat door.
Soms hoop ik dat iemand door die glimlach heen kijkt
en ziet wat er in mijn hoofd spookt.
Willem Wilminck
3 decDood zijn duurt zo lang
Het is niet fijn om dood te zijn,
soms maakt me dat een beetje bang.
Het doet geen pijn om dood te zijn,
maar dood zijn duurt zo lang.
Als je dood bent, droom je dan?
En waar droom je dan wel van?
Droom je dat je in je straat
langzaam op een trommel slaat?
Dat iemand je geroepen heeft?
Droom je dat je leeft?
Maar ach, wat maak ik me toch naar,
het duurt bij mij nog honderd jaar
voor ik een keertje dood zal gaan.
Ik laat vannacht een lampje aan
Steen
3 decVerdriet kit al mijn krachten samen,
zodat ik roerloos wordt als steen.
Mijn hele wezen wordt materie,
een ondoordringbaar star mysterie,
o sla de rots, opdat ik ween.
Voor een dag van morgen
3 decHeel bekend, maar het blijft zo mooi en zo waar.
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw,
dat een mens zo liefhad
als ik jou.
(Hans Andreus)